Geen schoen, geen brieven, geen cadeautjes hier bij ons thuis, deze dagen.

De magie van het Sinterklaasfeest werd me al een kleine 40 jaar geleden al ontstolen. “Jij bent zeker de dochter van Sinterklaas en Zwarte (naam van mijn moeder)” Dat mijn moeder en haar familie gelinkt werden aan een slapstickfiguur met een zwart geschminkt gezicht, was een domper op de feestvreugde. Elk jaar keken mijn zussen en ik ietwat beteuterd, aan de zijlijn naar al dat sinterklaasplezier en die dwaze pieten. In de jaren 80 leden we immers in stilte.

Sinterklaas komt niet in Azië. Ook mijn man voelde niet de behoefte om die traditie in ons eigen gezin te introduceren. Via de school kwam de goedheiligman dan toch in beeld. We gunden onze kinderen wel de cadeautjes, het narratief niet.

We zochten alternatieve verhaaltjes, en drukten hen op het hart dat ze het feest niet voor anderen mochten vergallen: het was ons geheimpje! We maakten er onze eigen samenzwering van.

Naarmate ze ouder werden en de zwarte pietdiscussie ook bij ons thuis begon te leven, grepen we het sinterklaasverhaal aan om het over stereotypen te hebben, over kolonisatie en slavernij. Maar ook over grenzen. Waarom zou je op de schoot van een onherkenbaar gemaakte man gaan zitten in ruil voor cadeautjes?

Toen één van onze bloedjes vorig jaar schalks de opmerking maakte dat een pedofiel met een bende slaven eigenlijk geen feest verdient, hebben we de cadeautjes terug afgeschaft. In ons gezin verder geen gebrek aan magie en verwennerij hoor. We hebben nog Chinees Nieuwjaar, Carnaval, Pasen, Mooncakefestival, Halloween, Kerst en Oudejaar.

Maar he, nu de roetpieten zijn geïntroduceerd, lijkt er voor het eerst een kans te bestaan dat onze eventuele kleinkinderen ten volle kunnen meegenieten van het kinderfeest. Leuk zeg!

Hopelijk is al het drama errond gaan liggen tegen dat het zo ver is.

Jammer genoeg grijpen sommige van onze politici, beleids- en opiniemakers met een niet zo hidden agenda, het sinterklaasfeest (of het kerstfeest, burkini, migratiepact, afhankelijk van wat er zich op dat moment van het jaar aandient) nog steeds aan om de angst en de malaise die bij veel mensen leeft, op een simpele en laagdrempelige manier te kapitaliseren. Weg met ons! Soumission! Behoud van onze eigen cultuur!

Niet het feit dat sommige mensen de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen, of dat zij zich niet meer gehoord voelen door hun verkozenen, is het probleem. Het voortbestaan van ons kinderfeest, met onze tradities daarentegen, dat is een belangrijk strijdpunt.

Ik wil graag geloven dat een deel van de mensen die staan te roepen om Zwarte Piet te behouden, best wel te overtuigen valt van een inclusief alternatief. De voorwaarde is wel dat men stopt met de perceptie te creëren dat die vreemdelingen hen het weinige dat ze soms nog hebben, gaan afpakken. Dat men stopt met impliciet of expliciet de verantwoordelijkheid voor een gedaalde koopkracht (echt of vermeend), gestegen onveiligheidsgevoel (echt of vermeend) globalisering, klimaatopwarming en wat nog meer aan die vreemdeling toe te schrijven. Dat men oprecht luistert naar de reële bekommernissen van de gele hesjes en andere “onfatsoenlijken”. Hun woede aanwakkeren, misbruiken en omleiden zal niet bijdragen tot een veiligere en welvarende samenleving.

Een roetpiet raakt echt niet aan wie we zijn, tenzij we uitsluitend wit, geprivilegeerd, én superieur willen zijn.

Maar misschien moeten we het dan toch eerst eens grondig met zijn allen over identiteit hebben?