De Standaard 25/08/2018

In de nasleep van wat er op Pukkelpop gebeurde, vraagt Tom Naegels aan de anti-racismeactivisten naar het grotere strijdplan naast het dekoloniseren van de geesten.. Hij verwijt het “zwart activisme” niet verder te komen dan ‘fuck white people’ te roepen en daardoor zelf te vervallen in het racisme dat ze zelf aanklagen. Hij blijft een beetje op zijn honger blijft zitten na nog maar eens een getuigenis over racisme wegens naar ik vermoed té anekdotisch of té emotioneel.

In tegenstelling tot de heer Naegels ben ik geen witte man, maar een gekleurde vrouw. Dit verklaart wellicht voor een stuk het naar gevoel dat ik krijg bij het lezen van zijn tekst.

Het voelt aan als betuttelende, goedbedoelde raad van iemand die het beter weet: we feel you, het moet heel erg zijn wat je meemaakt, maar pak het toch maar anders aan, want zo gaat je boodschap verloren.

Alsof we tijd hebben om nog maar eens een andere tactiek te bedenken en alsof die verantwoordelijkheid enkel bij ons ligt.

Ik ben hier geboren, heb hier school gelopen, was vaak de enige persoon van kleur in witte omgevingen. Ik heb zowel racisme als “individuele attitude” ondergaan als het structurele racisme ervaren in mijn zoektochten naar huisvesting en werk. Zonder te willen vervelen met anekdotiek, kan ik zeggen dat ik zowat elke strategie heb uitgeprobeerd om daarmee om te gaan. Ik doe echt heel hard mijn best om niet wrokkig en kwaad te zijn. Het feit dat er voor mijn kinderen, derde generatie van kleur ondertussen, niets veranderd lijkt te zijn, maakt me wél emotioneel. Het narratief dat uit de VS komt overgewaaid dat o.a. zegt dat zwarten koninklijk bloed hebben, beschouw ik als een positief tegengewicht voor de vaak gehoorde omgekeerde boodschap. Het is een doekje voor het bloeden waar ik graag gebruik van maak. En als ze even “fuck die witten” roepen na het zoveelste incident, doe ik alsof ik het niet heb gehoord.

Zonder dat ik daarvoor mijn witte papa en witte vrienden minder graag zie of respecteer.

Net zoals James Baldwin, geloof ik dat wit een metafoor is voor macht en mainstream. Je huidskleur kan wit zijn: als je niet tot de juiste sociale klasse behoort, liggen er ook obstakels op je weg. Als je genderidentiteit, uiterlijk, vermogen, religie niet mainstream is, word je ongetwijfeld ooit wel eens met een of andere vorm van discriminatie geconfronteerd. Structureel of in de vorm van een scheldpartij.

Het probleem is niet dat we geen gecoördineerde strategie hebben of geen doelstellingen naar voor schuiven. Het probleem is dat de poortwachters van de macht, de mensen die aan het stuur zitten, heel graag aan dat stuur willen blijven zitten. Ze kunnen dan wel beweren dat ze voor inclusie zijn, in werkelijkheid wentelen ze zich graag in het comfort van hun privileges.

De urgentie om alle mogelijke vormen van discriminatie aan te pakken, wordt vooral gevoeld door de mensen die ze aan de lijve ondervinden.

Daarom is het erg moeilijk om de bondgenoten te vinden bij wie ze niet ervaart. Daarenboven is iedereen gefocust op zijn eigen strijd. Neem daarbij dat we ook nog eens tegen elkaar worden uitgespeeld (ik denk aan hoe homofobie en anti-semitisme vooral als een islamgerelateerd probleem worden geframed) en je snapt dat het moeilijk is om vooruit te komen.

Daarnaast vind ik het verwijt dat we maar een Rosa Parks naar voor moeten schuiven en onze slachtoffers beter moeten regisseren een beetje flauw. In tijden van sociale media en fake news, kan iedereen als een kalf afgeslacht worden, zelfs Rosa Parks.

Het zijn dat soort adviezen en semantische discussies die de boel ophouden en vertragen, frustratie en woeden bij mensen van kleur vergroten en hen de witte wereld de rug doen toekeren.

Anderen zullen, soms ten koste van hun eigen waardigheid keihard hun best doen om wit – in de metaforische zin- te worden. Enkelen zullen erin slagen geïncorporeerd te worden in het machtsapparaat. Sommigen van hen zullen dan nog eens schaamteloos misbruikt worden om het status quo te handhaven.

Toch ben ik hoopvol: De mainstream wordt stilletjes aan diverser en de macht van het getal zal het tij misschien doen keren. Jongeren worden zelfbewuster en inspireren minder jongeren (zoals mezelf) om hun mond open te doen.

Het is nog niet duidelijk welke richting en hoe snel het uiteindelijk allemaal zal gaan, maar vroeg of laat zullen alle dear white people moeten kiezen aan welke kant ze willen staan. Blijven ze actief of passief meewerken aan een systeem dat hen macht en privileges garandeert of worden ze ware bondgenoten van hen die strijden voor een inclusieve samenleving?